De Warren en de Donut-economie – Deel 2
Hoe Wooncoöperatie De Warren eraan bijdraagt om ‘in’ de veilige en rechtvaardige donut te raken.
Door: Ronald de Haan
Dat de traditionele kijk op hoe we economie bedrijven niet houdbaar is valt niet te ontkennen—denk maar aan de klimaatcrisis en de wooncrisis waarin we ons nu bevinden. Kort gezegd: Het moet groener en socialer, en radicaal anders. Maar hoe dan? Het model van de donut-economie biedt een fundamenteel nieuwe kijk op wat we van de economie willen, en hoe dit kan bijdragen aan onze samenleving. Amsterdam heeft ambitieuze plannen om de donut-economie te omarmen, en De Warren draagt hieraan bij.
In het tweede artikel in deze reeks doen we nog een aantal aspecten van de donut-economie uit de doeken, en leggen we uit hoe het initiatief van De Warren ook bij deze aspecten aansluit.
Wat was ook alweer de donut-economie?
In het eerste deel in deze reeks hebben we uitgelegd wat de donut-economie inhoudt. Kort samengevat draait het in de donut-economie om de duurzame en rechtvaardige donut. Als we de grenzen van onze aarde te buiten gaan, dan vliegen we aan de buitenkant uit de donut. Als we niet in ieders basisbehoeften voorzien (zoals voedsel, gezondheidszorg, onderwijs, en nog een hoop meer), dan raken we aan de binnenkant uit de donut. Het doel—in de donut belanden en blijven—is dus om een economie te verwezenlijken die zowel duurzaam als rechtvaardig is.
In haar voorstel om met behulp van deze donut na te denken over de economie heeft econoom Kate Raworth een aantal denkrichtingen uitgestippeld die we kunnen gebruiken om de donut-economie vorm te geven. In deel 1 hebben we uitgelegd wat een aantal van deze denkrichtingen inhouden en hoe het initiatief van De Warren hierbij aansluit. In het stuk dat je nu leest gaan we hetzelfde doen voor een paar andere denkrichtingen.
Energie- in plaats van geldstromen
In het economische denken van de twintigste eeuw ging het vrijwel altijd bijna alleen maar om geld, en hoe het geld stroomt. De donut-economie omarmt het idee dat de belangrijkste stroom in onze economie iets anders is: de stroom van beschikbare energie. (Dus we moeten ons niet blind staren op het rondpompen van geld.) Dit houdt onder andere in dat de economie op een gezonde en goede manier ingebed moet zijn in de maatschappij en in de natuur.
Deze manier van denken nodigt uit om bijvoorbeeld de rol van huishoudens in de economie prominenter in zicht te plaatsen. Huishoudens worden vaak weggemoffeld in het ‘traditionele’ beeld waarin de economie vooral draait om geldstromen. Bij De Warren speelt de kracht van het huishouden een belangrijke rol. We delen een groot deel van onze woonruimte met de andere bewoners. Dit nodigt natuurlijk uit om onze huishoudens met verenigde krachten te voeren—denk bijvoorbeeld aan voor elkaar koken, samen het schoonmaken doen, en elkaar helpen bij het zorgen voor de kinderen. Op deze manier benutten we ‘de kracht van het huishouden’ zo goed mogelijk, en zetten we onze energie op een efficiente manier in.
Ook het concept van de commons past goed binnen deze denkrichting. (Lees het stuk over commoning in onze kennisbank voor meer uitleg over dit concept.) Commons zijn—heel kort samengevat—gemeenschappelijke middelen die samen gebruikt en beheerd worden. Bij De Warren richten we ons erop om het idee van commons in te zetten en hieruit zo veel mogelijk potentie en creativiteit te putten.
Creëer om te regenereren
In de traditionele kijk op de economie is er lang gewerkt met de aanname dat genoeg groei op den duur het vermogen oplevert om vervuiling en afvalstoffen op te ruimen, en dat vervuiling nou eenmaal nodig is om groei voor elkaar te krijgen. De donut-economie ziet in dat dit niet is hoe het werkt, en dat het belangrijk is om vanaf het begin na te denken over een goede omgang met ‘afval.’ Sterker nog, het beste is om afval zo veel mogelijk te beperken, en in te zetten op een circulaire economie, waarin grondstoffen, materialen en producten herbruikt worden.
Er zijn een aantal manieren waarop we hieraan aandacht geven bij De Warren. Zo zorgen we ervoor dat we zo veel mogelijk onze eigen elektriciteit opwekken met zonnepanelen op het dak en hebben we er ook voor gekozen om te investeren in een eigen, extra duurzaam, systeem voor warmte-koudeopslag (WKO) waarbij we via ‘energie-heipalen’ warmte uit de grond onttrekken. Hoe minder we afhankelijk zijn van het opwekken van energie in vervuilende centrales, hoe beter.
Ook delen we veel woonruimte met elkaar. Zo’n 30% van de ruimte in het gebouw is gedeelde ruimte. Hierdoor hebben we minder bouwmateriaal nodig dan wanneer we een gebouw neer zouden zetten zonder deze gedeelde ruimte (en waarin iedereen dus meer ruimte voor zichzelf heeft). Helaas zijn bouwmaterialen bij de huidige manieren van bouwen niet goed te hergebruiken, maar hoe minder bouwmateriaal we gebruiken, hoe minder we bijdragen aan de stroom van materialen die niet hergebruikt worden.
Hetzelfde geldt voor het delen van spullen met elkaar. Door de opzet van De Warren, met bijvoorbeeld veel gedeelde ruimte, is het ook makkelijk om spullen te delen. Zo zullen we bijvoorbeeld geen wasmachines in onze individuele woningen hebben, maar een aantal wasmachines delen met het hele gebouw. Hetzelfde geldt voor gereedschap en andere spullen die je niet elke dag nodig hebt. Ook hiervoor geldt, hoe minder producten we in totaal nodig hebben, hoe minder we bijdragen aan de stroom van afval.
Bij de bouw hebben we ook hergebruikt bouwmateriaal ingezet waar dat kon. Onze houten gevelbekleding wordt bijvoorbeeld geheel gemaakt van gerecycled hout. En ook zetten we gerecyclede meerpalen in in de gevel.
Snap de systemen
Wellicht ben je er ondertussen al achter gekomen dat de economie wat ingewikkelder werkt dan de simpele vraag-en-aanbod-scenario’s van je eindexamen economie. Waar de twintigste-eeuwse kijk op de economie zich nog voornamelijk richt op zulke vereenvoudigde modellen, omarmt de donut-economie de visie dat de economie complexer is. De economie is een complexe dans van verschillende elementen en subsystemen die elkaar op allerlei subtiele manieren beïnvloeden. En de economie is dus niet terug te voeren tot één (over)versimpeld model, maar is beter te vatten door het te zien als een samenwerking van allerlei systemen.
Deze kijk houdt ook in dat het beter is om niet te denken in termen van neveneffecten: alle gevolgen van (economische) beslissingen zijn gevolgen die je serieus moet nemen. Iets als een neveneffect bestempelen is de eerste stap in het wegwuiven. Zo zijn invloeden op het milieu en maatschappelijke gevolgen niet iets waar je achteraf nog even over na moet denken nadat je de financiën rond hebt, maar zijn dit centrale aspecten om mee te nemen in beslissingen. Bij De Warren hebben deze aspecten vanaf het begin een centrale rol gehad.
Het herkennen dat de economie bestaat uit een samenhang van allerlei systemen, met ingewikkelde wisselwerkingen, brengt ook het inzicht met zich mee dat kleine veranderingen grote gevolgen kunnen hebben. De effecten van het ene deelsysteem kunnen doorwerken op andere deelsystemen. De juiste verandering, op de juiste plek, kan daarmee de werking van het hele systeem verbeteren. We hopen dat De Warren een goed voorbeeld kan zijn voor alternatieven op de oververhitte huizenmarkt die we op het moment hebben, en dat het uiteindelijk helpt om meer betaalbare, duurzame en sociale opties tot stand te brengen.
Meer weten?
Natuurlijk omvat het begrip donut-economie meer dan dat we in dit artikel (of het vorige) kunnen uitleggen. Wil je meer weten? Kijk hier dan eens naar:
Het boek Doughnut Economics: Seven Ways to Think Like a 21st-Century Economist geschreven door de econoom Kate Raworth.
De website van de Amsterdam Donut Coalitie.
De aflevering van VPRO Tegenlicht over de donut-economie (november 2017).
Bronnen:
Doughnut Economics: Seven Ways to Think Like a 21st-Century Economist. Kate Raworth. Chelsea Green Publishing, 2017.